4 mei 2020

Moederlijke lijnen

Geïnspireerd door deze blog van Ad van der Zee, consulent erfgoed en geschiedenis bij het Erfgoedhuis Zuid-Holland zocht ik mijn moederlijke lijnen uit. Want waarom alleen maar de vaderlijke lijnen afspeuren?
Allemaal zijn ze geboren in het noorden van Friesland. Mijn overgrootmoeder Antje de Boer komt uit een schippersfamilie. Ik schreef hier over de familie Wijkstra. Antjes overgrootmoeder Antje Jans is op 5 februari 1833 'overleden in het schip leggende in de oude Stadsgracht te Leeuwarden', zo zegt de overlijdensakte.
Over overgrootmoeder Aaltje Schotanus uit Minnertsga schreef ik hier.
Over overgrootmoeder Sjoukje Feikema uit Herbaijum schreef ik hier.
De mooiste achternaam is toch wel die van Itske Donia uit Holwerd. Donia klinkt bijna als Friese adel.
De informatie komt vooral van de geweldige website Alle Friezen.

Mijn moeder was Antje Nieuwenhuis (1931, Marssum)
Haar moeder was           Wilhelmina van der Hogt (1910, Marssum)
Haar moeder was           Antje de Boer (1878, Warga)
Haar moeder was           Minke Wijkstra (1849, Deinum)
Haar moeder was           Trijntje van der Heide (1806, Bergum)
Haar moeder was           Antje Jans (1777, Bergum)

Middenachter mijn overgrootmoeder Antje de Boer

Mijn vader was Klaas Hilverda (1931, Dronrijp)
Zijn moeder was            Saakje Braaksma (1903, Dronrijp)
Haar moeder was           Trijntje Kuperus (1879, Berlikum)
Haar moeder was           Saakje Jans Hesselius (1848, Dronrijp)
Haar moeder was           Antje Martens Hoekstra (1821, Stiens)
Haar moeder was           Saakje Douwes (1788, Stiens)
Haar moeder was           Geertje Klazes (onbekend, onbekend)

Rechtsachter mijn overgrootmoeder Trijntje Kuperus

Mijn grootvader was Johannes Nieuwenhuis (1901, Franeker)
Zijn moeder was            Aaltje Schotanus (1863, Minnertsga)
Haar moeder was           Gaatske Stoffels Bloemsma (1831, Vrouwenparochie)
Haar moeder was           Aukje Wiebes de Vries (1805, Finkum)
Haar moeder was           Gaatske Aukes (1768, Stiens)
Haar moeder was           Janke Jans (ca. 1740, onbekend)

Mijn grootvader was Klaas Hilverda (1900, Dronrijp)
Zijn moeder was            Sjoukje Feikema (1859, Herbaijum)
Haar moeder was           Eelkje Jans Terpstra (1833, Dongjum)
Haar moeder was           Riemke Gerrits Herrema (1802, Tzummarum)
Haar moeder was           Dieuwke Jans (1766, Oosterbierum)
Haar moeder was           Itske Harmens Donia (1740, Holwerd)
Haar moeder was           Jacobje/Japikje Alefs/Ales (1715, onbekend)

Mijn overgrootmoeder Sjoukje Feikema


21 apr 2020

De eerste Internationale Dag van de Arbeid, op 27 april 1890 in Leeuwarden

Met een grote meeting in Leeuwarden vindt honderddertig jaar geleden, op 27 april 1890, in ons land voor het eerst de viering plaats van de Internationale Dag van de Arbeid. Niet op 1 mei, maar op zondag 27 april, zodat de arbeiders geen vrije dag hoeven op te nemen.

Mijn betovergrootmoeder Wilhelmina van der Vegt is dan net 47 jaar. Ze is geboren in Beetgum, maar is na haar huwelijk met arbeider Hendrik van der Hogt in Marssum gaan wonen, even ten zuiden van haar geboorteplaats. Marssum ligt op een uur lopen ten westen van Leeuwarden. Wilhelmina en Hendrik hebben vijf kinderen, de jongste is Reinder, mijn overgrootvader. Reinder is op die zondag in april elf jaar.

Advertentie in de Leeuwarder Courant

Roerig
In dit deel van Friesland is het al jaren roerig. Een jaar eerder hebben landarbeiders in Het Bildt een vakbond opgericht: Broedertrouw. Er zijn acties van werkloze arbeiders, socialistische vergaderingen, anarchistengroepjes. Op 13 januari 1889 heeft Domela Nieuwenhuis in Beetgum gesproken, bij kastelein De Jong. In 1890 wordt in Beetgum een afdeling van Broedertrouw opgericht met 130 leden. De leden voeren onder meer actie voor verhoging van het loon bij vlasbraken.

Rode vaandel
Omdat de burgemeester van Menaldumadeel de veldwachters opdracht heeft gegeven bij te houden wie er aan de demonstratie meedoen weten we dat er uit Beetgum 27 mensen vertrekken, uit Beetgumermolen 26. Andere afdelingen voegen zich bij hen en om kwart over tien vertrekken er uit Marssum tweehonderd mensen naar Leeuwarden. De afdeling Beetgum van de SDB voert een rode vaandel mee waarop staat: ‘Recht voor Allen afdeeling Beetgum.’ Voorop kleermaker Klaas Stienstra met het vaandel, begeleid door twee politieagenten. Uit Het Bildt komen zeshonderd mannen en vrouwen aangemarcheerd. In totaal doen er ongeveer tienduizend mensen mee aan de meeting in Leeuwarden. De deelnemers eisen een achturige werkdag en algemeen kiesrecht.

Van 27 april 1890 zijn geen foto's. Deze foto is gemaakt tijdens de meeting van 17 augustus 1890 in Heerenveen.

Boerenmeid
Het gezin Van der Hogt dat in Marssum woont, moet de demonstratie hebben meegemaakt. Ik hoop natuurlijk dat Wilhelmina en Hendrik zijn meegelopen naar Leeuwarden. Ze hadden er alle reden toe. Vanaf haar zeventiende tot haar huwelijk heeft Wilhelmina gewerkt als boerenmeid. Hendrik is arbeider. Door de landbouwcrisis is het armoede troef in dit gezin, net als in de andere arbeidersgezinnen in Friesland. De landarbeiders maken lange dagen, verdienen een schijntje en hebben geen rechten. De werkeloosheid is groot.

'It is myn ropping'
Als mijn betovergrootouders zijn meegelopen hebben ze meegezongen op de wijs van het Friese volkslied: 'Op, Friezen, op! Der falt for ’t rjucht to strieden. Kom bljuw no net fen fierren stean!' Ook als ze alleen maar hebben toegekeken, moeten ze die dag iets hebben gevoeld van hoop op betere tijden, moeten ze zich gesterkt hebben gevoeld door de massaliteit en de oproepen tot solidariteit. De dag maakt in ieder geval zoveel indruk op Pieter Jelles Troelstra dat hij besluit zijn leven te wijden aan de socialistische strijd. “Ik moat, it is myn ropping,” zegt hij ’s avonds tegen zijn vader.

Een paar jaar later neemt Troelstra als advocaat de verdediging op zich van vier broers uit Beetgum in wat de Zaak Hogerhuis zal heten. Pieter Verhoeff maakte een film over deze zaak: 'De dream' (1985).

20 mrt 2020

Wandelen langs de oude Spoorweghaven

Voor iemand als ik, die is gefascineerd door dingen die zijn verdwenen, is Rotterdam een perfecte stad. Uren kan ik kijken naar foto’s en kaarten van de vroegere stad. Hoe zag het stratenplan er toen uit? Niet alleen het centrum van de stad is behoorlijk veranderd, ook de havenarbeiders die rond 1900 in de Spoorweghaven werkten, zouden dit deel van de stad niet herkennen als ze over de huidige Kop van Zuid zouden lopen.
Omdat ik al bijna twee jaar aan de Spoorweghaven woon, is het de hoogste tijd te onderzoeken hoe het er toen uitzag en wat er is veranderd. Daarom maakte ik in maart een wandeling langs wat ooit de kades van de oude Spoorweghaven waren.

Spoorweghaven nu
Zwanegat
Mijn wandeling begint bij de Spoorweghavenbrug bij de Stieltjesstraat. Via de Van Ravesteynkade loop ik langs de huidige Spoorweghaven tot aan de Lodewijk Pincoffsweg. Vanaf hier is de Spoorweghaven gedempt.
De Spoorweghaven werd, net als de Binnenhaven en de Entrepothaven, aangelegd tussen 1873 en 1879 toen dit deel van Feijenoord werd ontwikkeld tot havengebied - dankzij Lodewijk Pincoffs. Waar de Spoorweghaven werd gegraven lag vroeger het Zwanengat. Dit water sneed als het ware de grote bocht van de Maas af, vanaf de oever ter hoogte van het Noordereiland tot aan het Mallegat aan het eind van de Oranjeboomstraat.
Voor en na de tweede wereldoorlog werden meer naar het westen grotere havens aangelegd en raakten de Spoorweghaven, de Binnenhaven en de Entrepothaven in onbruik. Eind vorige eeuw werd besloten van dit havengebied een woongebied te maken. De Spoorweghaven werd deels gedempt, de Binnenhaven en Entrepothaven bieden tegenwoordig ligplaatsen voor de pleziervaart.


Spoorweghaven (rechts). Op de voorgrond het Noordereiland.
Mallegatpark
Ik vervolg mijn wandeling over het Witteveenplein, met een mooi parkje met zwerfkeien en naaldbomen. Als ik de Vuurplaat heb overgestoken sta ik op een weg die Spoorweghaven heet en langs het Spoorweghavenplein loopt. De Hema en de Albert Heijn aan de Laan op Zuid staan dus als het ware in de oude Spoorweghaven.
Het is aardig dat de straatnamen ten oosten van het plein herinneren aan de vroegere remise Hilledijk van de RET: Stoomtramweg, Machinistenstraat. Op het Spoorweghavenplein wordt druk gebouwd. Remisehof heet dit complex heel toepasselijk.
Voorbij het grote gebouw van het Albeda College aan de Rosestraat moet ik onder het spoor door. Ongeveer op deze plek liep vroeger het Spuikanaal onder het spoor door en kwam uit bij het Mallegat. Het tunneltje komt nu uit bij het Mallegatpark met zijn beeldbepalende halve bollen en ranke watertoren. Bollen en watertoren hoorden bij de gasfabriek Feijenoord die hier stond van 1879 tot 1968. Tussen 1922 en 1962 lag rechts van het huidige park, in het Mallegat, een zwembad in de rivier.

Mallegatpark nu
Laan op Zuid
Op de terugweg loop ik via het pleintje naast de Hema naar de Laan op Zuid. Ook hier liggen een paar grote zwerfkeien. Hebben de keien iets met de vroegere havens te maken?
De Laan op Zuid heette vroeger de Laan van Overmaas en ligt op het NS-emplacement langs de Spoorweghaven. Als ik de kaarten bestudeer die ik vind op de website Rotterdamkaart begrijp ik waarom in het trottoir aan de oostzijde van de Laan op Zuid een herinnering aan railssporen zijn aangebracht. Op de kaart uit 1920 staat dat hier het Goederenstation Staats Spoorwegen stond. In het hele oude havengebied lagen rails om goederen te vervoeren. Hier vond de overslag plaats van de scheepvaart naar de treinen.
Mocht je aan deze kant over de Laan op Zuid lopen, gluur dan even naar binnen bij de entreehallen van de woongebouwen. In een aantal hangen schitterende zwartwit foto’s van het oude havengebied. Ze laten je een beetje voelen hoe het er hier een eeuw geleden uit moet hebben gezien.

Rails in de Laan op Zuid

6 mrt 2019

Troelstra-oord, vakantieverblijf voor arbeiders


‘We hebben het met dubbeltjes bij elkaar gespaard,’ vertelde mijn beppe wel eens over Troelstra-oord. Ik stelde me een wit gebouw voor, omringd door bossen.
Toen we afgelopen herfstvakantie een tocht door Nederland maakten en overnachting zochten op de Veluwe, herinnerde ik me dat Troelstra-oord nu een hotel was en ging op zoek op internet. En inderdaad: wat vroeger een vakantieverblijf voor arbeiders was is nu Fletcher Hotel Beekbergen Apeldoorn.
Het hotel blijkt vlakbij de snelweg te liggen, maar als je het terrein oprijdt, voel je je meteen midden in het Veluwse bos. Het hoofdgebouw van Troelstra-oord brandde af in de jaren vijftig en is vervangen door een saai gebouw, maar de zijvleugels zijn nog hoe ze oorspronkelijk waren.
Fletcher Hotel Beekbergen Apeldoorn
Opening
Een aantal jaar geleden kreeg ik van iemand het schitterende boek ‘Troelstra-oord’. Op een van de eerste pagina’s staat: “Opgedragen aan allen, die hebben medegewerkt aan het tot stand komen van de stichting Troelstra-oord. Mogen de leden der moderne arbeidersbeweging hun vacantie- en studie-oord waardeeren, er gebruik van maken en het uitbouwen, tot heil van de gansche arbeidersklasse.” In het boek foto’s van de bouw van het oord, van de openingsdag  op 19 oktober 1926 en foto’s van de glas-in-loodramen. In 1926 is mijn pake 26 jaar.

De opening van Troelstra-oord in oktober 1926
Geschenken
Achterin het boek staat een opsomming van de geschenken voor het Troelstra-oord. Iedere bond in ons land schonk iets. Daarnaast schonken particulieren ook dingen voor de inrichting, zoals kleedjes, kussens, boeken, een plant.
Mijn pake werkte vanaf 1921 bij zuivelfabriek De Eendracht in Marssum en was lid van de Nederlandse Bond van Arbeiders in het Landbouw-Tuinbouw- en Zuivelbedrijf. Dus in het bedrag van 500 gulden dat deze bond schonk moeten de dubbeltjes van mijn grootouders zitten. Naast dit bedrag schonk deze bond ook nog de inrichting van een eenpersoonskamer.

Troelstra-oord in 1934
Gebrandschilderde ramen
In het Fletcher hotel hangen luchtfoto’s van het oude Troelstra-oord. Natuurlijk mogen we binnenkijken bij de linkerzijvleugel. We komen in een ruimte die het gevoel heeft van een kerk, mede dankzij het hoge plafond en de prachtige gebrandschilderde ramen. In de ramen zien we geen heiligen, maar gewone mensen, werkende mannen en vrouwen.
Onze kamer is in het nieuwe gebouw. Het gebouw, en ook de kamer, is wat sleets. Maar het uitzicht ’s ochtends op het herfstige bos maakt veel goed.

Gebrandschilderde ramen
Troelstraschool
Onderstaande foto is uit 1936. Op de achterkant staat 'Vacantie Troelstra oord'. Mijn pake en beppe poseren trots naast de Loenense waterval.
Overigens was Troelstra-oord niet alleen een vakantieverblijf, het werd ook gebruikt voor kaderscholingen. Theo Thijssen, schrijver, onderwijsexpert en vakbondsman, leidde de Troelstraschool.

Vacantie 1936


8 jan 2019

Polly Maggoo, obscuur kroegje in Parijs

Tijdens mij verblijf als au-pair in Parijs (1978/1979) had ik een stamkroeg: Polly Maggoo, 11 Rue St-Jacques. Ik kwam er met vriendinnen die ook au-pair waren en met medestudenten, vooral Amerikanen, die net als ik een cursus Frans voor buitenlanders volgden aan de Sorbonne. Polly was een obscuur cafeetje, waar het bier overdag slechts drie franc zestig kostte, veel goedkoper dan in andere café's in het centrum. En er werd goede muziek gedraaid, Patti Smith, de Rolling Stones en iedere avond de elpee 'Street-Legal' van Bob Dylan.

Oud affiche op de muur van het huidige Polly Maggoo
Mei '68
De stoelen, banken en tafelbladen kwamen uit oude metrorijtuigen. Aan de donkere muren hingen affiches van de film 'Qui êtes-vous Polly Maggoo', van Cassius Clay en affiches met portretten van ongure types.
Wat we vooral leuk vonden: je had er snel contact met andere bezoekers. Of beter gezegd: met mannen. Zo ontmoetten we er een Duitser, Norbert, die beweerde dat hij de enige buitenlander was die tijdens de rellen van mei ’68 in Parijs was opgepakt. Hij had drie dagen in de gevangenis gezeten.
Overdag zaten voor het raam altijd mannen te schaken, met een klok naast zich op tafel. Eén van hen was de Joegoslaaf Tomislav op wie enkele van mijn au-pair vriendinnen verliefd waren.

Polly Maggoo in 1982
'Qui êtes-vous Polly Maggoo'
Het is een prachtig affiche, maar de film 'Qui êtes-vous Polly Maggoo' heb ik nooit gezien. Het is een Franse speelfilm uit 1966, geregisseerd door William Klein. De mysterieuze vrouw op het affiche is het Iers-Amerikaanse model Dorothy McGowan. De film is een satire op de modewereld in Parijs. Op YouTube zijn enkele fragmenten te vinden.

Qui etes-vous Polly Maggoo?
Het nieuwe Polly Maggoo
Het oude Polly Maggoo is allang verdwenen, op nummer 9-11 is nu hotel Henri IV gevestigd. Het nieuwe café Polly Maggoo dat op nummer 3 is te vinden (hier heet de Rue St-Jacques Rue du Petit Pont), lijkt in niets op het oude Polly. Maar wel hangen er de oude affiches en ze draaien er goede muziek. Een biertje kost er aan het eind van de middag - happy hour - € 4,50.
Heb je herinneringen aan het oude Polly Maggoo? Laat het me weten!

Polly Maggoo nu

18 jan 2018

Midnight at the Oasis – Rick’s Café in Casablanca

‘Play it once Sam, for old times’ sake,’ dat zijn de magische woorden die Ilsa Lund (Ingrid Bergman) in de film ‘Casablanca’ uitspreekt als ze voor het eerst Rick’s Café Americain in Casablanca bezoekt. Sam, de pianist, wil eigenlijk niet, maar ze dwingt hem ‘As time goes by’ te spelen. Wanneer Rick Blain (Humphrey Bogard) de klanken hoort, verstrakt hij. Het is hún lied, het lied dat hoort bij hun korte en hevige affaire in Parijs. Een affaire waaraan een einde komt komt als de Duitsers Parijs binnenvallen. Rick vlucht naar Casablanca en begint daar een café. Ilsa verdwijnt.


Oudejaarsavond
In november ontmoeten we een bevriend stel dat toevallig rond oud en nieuw ook naar Marokko gaat. We spreken af oudejaarsavond gezamenlijk door te brengen in Casablanca.  Een paar dagen later krijg ik een appje: ‘Wij zijn op oudejaarsavond in Rick’s Café. Komen jullie ook?’ Natuurlijk! Via de website www.rickscafe.ma reserveer ik voor twee personen. Het geld voor de gala-avond moet ik overmaken naar een bedrijf dat The Usual Suspects heet. ‘The usual suspects’, nog zo’n gevleugelde uitdrukking uit de film ‘Casablanca’. Als de overboeking voor het Midnight at the Oasis Gala Dinner gelukt is, voel ik de opwinding. Yes, we gaan oud en nieuw vieren in Rick’s Café in Casablanca!


Rick’s Café
‘Casablanca’ werd gemaakt in 1942, door regisseur Michael Curtiz. Het is gebaseerd op het toneelstuk ‘Everybody comes to Rick’s’ van Murray Burnett en Joan Alison. De scènes zijn opgenomen in de filmstudio, in decor dat al was gebruikt voor andere films. De oorlog had het onmogelijk gemaakt nieuwe decors te bouwen.
In 1942 was er geen Rick’s Café in Casablanca, maar sinds 2004 is het er wel. Het lumineuze idee om het befaamde café uit de film tot leven te wekken, komt van de Amerikaanse Kathy Kriger. Ze werkte als diplomaat in Marokko, maar verliet na 9/11 de diplomatieke dienst omdat ze het niet eens was met het beleid van George Bush. Haar liefde voor Marokko besloot ze om te zetten in een café-restaurant: Rick’s Café.

Rick's Café in Casablanca
Cocktails
We arriveren om half negen bij Rick's Café, onze Rotterdamse vrienden staan al in de rij voor de deur. Een hele rij personeelsleden heet ons welkom. Ze bieden ons dadels aan, een glas bubbels, een hapje. Met mijn handen vol – ik moet mijn tickets drie keer laten controleren – worden we naar ons tafeltje geleid. In rap tempo komen er schalen met hapjes langs. Een combo speelt jazzy muziek. Boven kunnen we roulette spelen en cocktails bestellen. Hoewel Rick’s Café in de film er anders uitziet, ademt dit café wel dezelfde sfeer uit.


Confetti kanonnen
Gastvrouw Kathy Kriger ziet er prachtig uit in haar witte kaftan met oranje en rode banen. Ze kondigt ieder gerecht aan met een persoonlijk verhaaltje - zo heeft het toetje iets te maken met Hugh Heffner - en loopt langs de tafels om iedereen smakelijk eten te wensen.
Tegen twaalfen is het eindelijk zover en speelt de pianist het nummer waar we al zo lang op wachten: ‘As time goes by’. Dan telt hij af en is het middernacht en mogen we op onze toetertjes blazen en onze confetti kanonnetjes afschieten. We blijven binnen. Of er in Casablanca vuurwerk wordt afgeschoten, geen idee.
Even na één uur verlaten we Rick’s Café en laten ons door een van de rode Petit Taxi’s die het straatbeeld van Casablanca beheersen naar ons hotel brengen.

19 nov 2017

Monument Meistaking 1943

Mijn pake, die werkte bij zuivelfabriek De Eendracht in Marssum, vertelde wel eens dat ze in de oorlog ooit de melk weg hadden laten lopen in de sloten, als protest tegen een maatregel van de Duitsers. Pas jaren later, toen hij al was overleden, raakte ik geïnteresseerd in dit verhaal en kwam erachter dat het de Molkestaking in april-mei 1943 betrof. Elders wordt het de April-mei staking genoemd, of, wanneer de protestacties iets later begonnen, de Meistaking. Iedereen kent de Februaristaking, maar de April-meistaking, die misschien even heldhaftig was, vond vooral plaats op het platteland en is relatief onbekend.
Half november van dit jaar kom ik in de Appèlbergen, niet ver van Glimmen, een aangrijpend monumentje tegen voor slachtoffers van de Meistaking.

Monument in de Appèlbergen
Molkestaking
Aanleiding voor deze staking is de aankondiging, eind april 1943, van generaal Christiansen, bevelhebber van het Duitse bezettingsleger, dat alle Nederlandse dienstplichtige militairen terug moeten in krijgsgevangenschap. De verontwaardiging is groot. In Hengelo, bij de machinefabriek van Stork, begint een staking die zich al snel uitbreidt over het hele land. Het is een plattelandsstaking, die in Friesland de annalen zal ingaan als de Molkestaking, omdat vooral de boeren geen melk meer leveren aan de zuivelfabrieken en de medewerkers van zuivelfabrieken de wel geleverde melk weg laten lopen in de sloten. De stakingen beginnen op 29 april en eindigen op 7 mei.

Standrecht
De Duitsers voeren als tegenreactie het standrecht in. Dat betekent dat men zonder vorm van proces kan worden doodgeschoten. Dat gebeurt ook. De Duitsers nemen nog meer harde maatregelen. Mannelijke studenten die weigeren een loyaliteitsverklaring te ondertekenen, moeten zich melden voor tewerkstelling in Duitsland. Vierduizend gehoorzamen, de rest duikt onder. Ook mannen die geboren zijn tussen 1920 en 1924 moeten zich melden voor de arbeidsinzet.

Richtingaanwijzer
Monument in de Appèlbergen
Als ik tijdens een fietstocht van Haren richting Zuidlaren bij paviljoen Appèlbergen koffie heb gedronken, zie ik ineens een groen uitgeslagen richtingaanwijzer die verwijst naar een monument voor de Meistaking 1943. Ik loop een eindje het bos in en kom bij een vennetje waar op een grote, bijna hartvormige steen, een aantal namen staan. Op de linker plaquette staat onder vijftien namen: 'Zij liggen in dit veenmoeras begraven, maar zijn nooit gevonden'. Op de rechter staan negentien namen en ‘Bij deze plek zijn zij in 1945 teruggevonden en elders begraven’.

Steen met plaquettes
Vermisten terugvinden
Op de website www.4en5mei.nl/oorlogsmonumenten lees ik het verhaal achter het monument. De Duitsers hebben in de drie noordelijke provincies zestig mensen gedood om de staking neer te slaan. Van 34 werd het lichaam meegenomen naar een onbekende plek. Deze plek was hier, bij het Grote Veen, in de Appèlbergen, een voormalig militair oefenterrein. Eind 1945 zijn er negentien slachtoffers gevonden. Er zijn diverse pogingen gedaan om alle vermisten terug te vinden, zelfs nog in 1991 hebben de Koninklijke Luchtmacht en de Technische Universiteit hier bodemonderzoek gedaan, maar niets gevonden. Ook niet in 2003, toen delen van het moeras werden drooggelegd.

Het monument is in 2004 onthuld en gemaakt door Paul Engberts, met een zwerfkei die uit het Drentse aarde is gehaald, zodat de namen van de slachtoffers uit het moeras zijn gehaald.