12 nov 2020

Familiekroniek - Werken in Werden

Al jaren heb ik een envelop met foto’s in mijn bezit. Het zijn gefotografeerde kopieën van oude foto’s. Van de helft heb ik geen idee wie er opstaan. Een ervan toont een jongeman met blond haar, brede kaken, lichte ogen, een bescheiden snor. Wie is deze knappe man?

Duitsland
Als ik de gescande foto naar mijn tante Gerie in Zuid-Afrika mail, wordt het raadsel van de envelop met foto’s opgelost. Toen mijn beppe in 1993 ernstig ziek was is haar zoon, mijn oom Enne die in 1963 met zijn gezin naar Zuid-Afrika emigreerde, nog één keer bij haar op bezoek geweest. Hij heeft toen een fotoalbum mee naar huis genomen, maar de foto’s laten kopieëren en die naar mijn moeder gestuurd. Mijn tante Gerie mailt me een foto van de pagina uit het fotoalbum waarop de knappe jongeman staat. Eronder staat wie hij is: Reinder van der Hogt, mijn overgrootvader. Ik kan ook zien waar de foto is gemaakt: in fotostudio Wwe Aug. Wippermann in Werden, Duitsland.

Emigratie
Op de website AlleFriezen had ik al gevonden dat boerenknecht Reinder van der Hogt op 14 maart 1900 van Menaldumadeel naar Duitsland is geëmigreerd. Dankzij het fotoalbum weet ik nu dat hij in Werden terecht is gekomen, toen een zelfstandige stad aan de zuidkant van de Ruhr, tegenwoordig een stadsdeel van Essen. Reinder is negentien jaar als hij de grens oversteekt.
Rond 1900 is er in Duitsland, vooral in het Ruhrgebied, een grote behoefte aan arbeidskrachten. Veel ongehuwde boerenknechten uit Friesland en andere provincies trekken erheen om wat geld te verdienen.

Fabriek
Hoewel mijn beppe Mine Nieuwenhuis-van der Hogt vaak vertelde over vroeger, heb ik nooit verhalen gehoord over dit buitenlandse avontuur van haar vader. Maar in ‘Herinneringen van een Friese landarbeider’ van Imke Klaver vind ik een aantal passages over diens verblijf in Duitsland. Aan het eind van de zomer van 1899 stapt Klaver “met een stuk of wat andere jonge knapen” “met onze blauwe zakken met spullen op de schouder” in Heerenveen op de trein en reist naar Düsseldorf. Daar moeten ze eerst de stad in om een slaapplaats zoeken. Reinder, die in Beetgum woont, zal zijn treinreis in Leeuwarden zijn begonnen, misschien ook met een stel vrienden, misschien ook met een blauwe zak met spullen op de schouder.
Klaver vindt werk in een ijzerfabriek en later bij de Wegenbau. Het bevalt hem wel en het jaar daarop reist hij met zijn makkers opnieuw naar Düsseldorf. Hij blijft er acht maanden. “Ik had natuurlijk een mooi spaarpotje voor mijn moeder vergaard.”
Het antwoord op de vraag waar Reinder heeft gewerkt komt ook uit Zuid-Afrika. Nicht Esther schrijft me dat haar vader Enne haar heeft verteld dat zijn pake in een steenkoolmijn heeft gewerkt.

Antje de Boer
Wanneer Reinder terugkomt weet ik niet, waarschijnlijk net als Imke Klaver voordat het winter wordt. Hij wordt niet nogmaals genoemd als emigrant, dus ik denk dat het bij die ene keer gebleven.
Op 22 mei 1902 trouwt hij in Menaldumadeel met schippersdochter Antje de Boer (rechts van hem op de pagina uit het fotoalbum). De haarrol op haar hoofd is op dat moment in de mode. Reinder en Antje gaan wonen in Marssum. Reinder zal zijn hele werkzame leven boerenarbeider blijven, onder meer bij boer Tolsma. Hier schreef ik ook over deze overgrootvader.
Hieronder een scan van Antjes foto uit de envelop.

Antje de Boer