9 jan 2016

Geboortehuis van Dracula?

Transsylvanië, dat klinkt spannend. Dat klinkt naar duistere bossen, gehuil van weerwolven, kastelen met hoge torens waar vleermuizen omheen fladderen. Wanneer we deze zomer verwachtingsvol Roemenië binnenrijden, blijkt de werkelijkheid heel anders. Transsylvanië is vriendelijk boerenland, met slecht onderhouden wegen – let vooral goed op bij spoorwegovergangen! – en dorpen met roze, groen of blauw gestucte huizen met moestuinen rondom.

Vriendelijk boerenland
Toch voelt het bijzonder als ik voor het eerst geld opneem bij de Banca Transilvania. En als we in Sighisoara een bord tegenkomen dat ons uitnodigt het geboortehuis van Dracula te bezoeken, kunnen we het niet laten. 

Geboortehuis van Dracula?
Onheilspellende muziek
We lopen het okerkleurige hoekpand binnen en komen terecht in een restaurant. Aan een kelner betalen we de toegangsprijs, hij drukt op een knop en wijst ons dat we een smalle trap naar boven moeten nemen. Boven is het donker. Er klinkt onheilspellende muziek. Ik zie nog net hoe een man in een zwarte cape snel in een doodskist klimt. Als we de duistere kamer inlopen, komt hij overeind en roept zachtjes ‘Oeoeoeoeh’. Hij moet ons aan het schrikken maken, maar vooral niet teveel. 
Kamer twee is ook verduisterd, rode lampen zorgen voor flakkerend licht. Aan de muur hangt een schilderij van naakte mannen op spiezen. Vlad de Spietser, dat was de bijnaam van Vlad III die in de vijftiende eeuw ten strijde trok tegen de Ottomanen en er nogal wrede methoden op nahield. Voor de Roemenen is deze Vlad een verzetsheld. Het Draculaverhaal kwam in 1897 de wereld in toen de Ierse schrijver Bram Stoker (1847-1912) zijn vampierenverhaal publiceerde.

Gespiesde mannen
Vlad III
Vlad III, vorst van Walachije, leefde van 1431 tot 1467. Hij vocht tegen de Turken onder de Orde van de Draak. Daar komt de naam Dracula vandaan, want het Roemeense woord dracul betekent draak of duivel. Bram Stoker liet zich niet inspireren door Vlad, maar door een oud vampierverhaal. 'Dracula' speelt zich weliswaar af in Transsylvanië, maar verder heeft Vlad III helemaal niets te maken met de fictieve Dracula. Voor de Roemenen schijnt het dan ook nogal een schok te zijn geweest toen ze na de val van het IJzeren Gordijn ontdekten dat hun nationale held in de ogen van het Westen een vampier was. Maar ze hebben zich snel hersteld en buiten het beroemde verhaal nu ten volle uit. Zo werd het geboortehuis van Vlad III moeiteloos omgedoopt tot geboortehuis van Dracula.

Vlad III


1 jan 2016

FAMILIEKRONIEK - Een patatje in Minnertsga

Dit verhaal verscheen eerder op de blog van Geschiedenislab.

Mijn overgrootmoeder Aaltje Schotanus is in 1862 geboren in Minnertsga, een dorpje in het noorden van Friesland. Haar vader Johannes Schotanus was kleermaker. In mijn familie gaat het verhaal dat de familie Schotanus mijn overgrootvader Enne Nieuwenhuis, die visser was, te min vond. Zou dat echt zo zijn? Via via heb ik gehoord dat kleermakerij Schotanus heeft plaatsgemaakt voor een snackbar. In december 2011 ben ik in Friesland en besluit een patatje te eten in Minnertsga.

Supermarkt
Aan het eind van de middag rijd ik voorzichtig – wat is het hier donker - over smalle wegen via Berlikum en Wier naar Minnertsga. Mijn auto parkeer ik bij de hervormde kerk en ik wandel het dorp in. Op de een of andere manier stelde ik me voor dat Minnertsga een hoofdstraat zou hebben met naast elkaar zaken als een kapper, een bakker, een kruidenier, een snackbar. Maar zo zitten kleine Friese dorpen niet in elkaar. De plaatselijke middenstand ligt er verspreid. Ik kom een warme bakker tegen en zie verderop aan de doorgaande weg een café. In een zijstraat vind ik een slijterij en ernaast een weg die naar supermarkt Wiersma leidt.
‘Is hier ergens een snackbar?’ vraag ik de cassière van de supermarkt.
‘Ja hoor,’ zegt ze, ‘In de hoofdstraat is er een, en anders heeft het café ook wel snacks.’

Snackbar 't Centrum.
Jugendstil tegelvloer
Ik loop terug naar de doorgaande weg en stuit op café-snackbar ’t Centrum die ik net voorbij was gelopen. Het is een groot pand, met een wit gepleisterde voorgevel en een prachtige jugendstil deur. Ik probeer naar binnen te gluren, maar er brandt geen licht. Net als ik een foto wil maken trekt de eigenaar de rolgordijnen omhoog. Hij opent de deur voor me.
Ik vraag hem of hier vroeger een kleermaker woonde. Wietse, zoals de snackbareigenaar heet, vertelt me dat hij het pand in 1982 heeft gekocht van kleermaker Klaas Schotanus. ‘Hier was de toonbank en daarachter de paskamers,’ wijst hij.
Ik bestel een patatje en een frikandel speciaal en maak foto’s van de prachtige jugendstil tegelvloer. De originele vloer, verzekert Wietse me. Hij vertelt me ook dat de tweede verdieping er in 1904 op is gebouwd.
Terwijl ik mijn patatje eet, mijmer ik over mijn overgrootmoeder Aaltje. Is dit het huis waar ze is geboren? Het ziet er chique uit, in mijn fantasie stijgt de familie Schotanus een paar stappen op de sociale ladder.

De tegelvloer van de snackbar.
Als ik me later op de website Alle Friezen verdiep in de familie Schotanus uit Minnertsga, zie ik dat Aaltje dienstmeid is als ze in 1885 met Enne trouwt en dat haar moeder Gatske, die jong weduwe is geworden, op een gegeven moment arbeidster is. Was de sociale kloof tussen de familie Schotanus en de familie Nieuwenhuis wel zo groot als de familieverhalen ons doen geloven? 

Het huis zoals het er vroeger uitzag. Het haventje bestaat niet meer.