7 okt 2017

Zes sterren en een doornenkrans

In 2001 schreef ik 'Wapenfeiten', een boekje over de stadswapens van een aantal Zuid-Hollandse steden. In het boekje staan ook wandelingen langs de stadswapens.

Het wapen van Gouda

Van keel, beladen met eenen pal van zilver, en vergezeld, ter wederzijde van drie zespuntige sterren van goud, staande in den zin van den pal. Het schild gedekt met eene kroon met vijf fleurons, alles van goud, en omgeven van eene doornenkrans. Voorts vastgehouden door twee klimmende Leeuwen in hunne natuurlijke verwen en onder hetzelve het oude motto: 'Per aspera ad astra'.

Vlakbij de Sint-Janskerk stond in de Middeleeuwen de burcht van het adellijke geslacht Van der Goude. De sterren die het stadswapen van Gouda sieren, zijn dan ook afkomstig van het wapen van deze familie die in de veertiende eeuw uit naam van de heersende graaf de heerlijke rechten over de stad uitoefende. Jan van der Goude (1375-1411) voerde een wapen met een horizontale balk, waarboven en onder de sterren waren geplaatst.
De stad gebruikte de sterren vanaf de veertiende eeuw op z’n stadszegels. Eerst zijn het er twee, gescheiden door een paal, in de loop van de vijftiende eeuw worden het er zes.

Het wapen van de stadspoort
Op 24 juli 1816 ontving Gouda het wapendiploma van de Hoge Raad van Adel. Op dit diploma staat het wapen beschreven zoals we het nu nog steeds kennen: rood, met in het midden een zilveren paal, aan beide kanten van de paal drie gouden sterren. Rondom het schild slingert een doornenkrans en op het schild staat een grafelijke kroon. De leeuwen die het schild vasthouden, de zogenaamde schildhouders, staan rechtop en kijken ons aan.
Bij het Goudse wapen hoort sinds 1617 een wapenspreuk: ‘Per Aspera ad Astra’. De letterlijke Nederlandse vertaling hiervan luidt: ‘door bitterheid tot de sterren’, maar vaak werd de spreuk in christelijke termen vertaald als ‘door lijden tot heerlijkheid’. Een logische gedachtengang, want de doornenkrans die het wapenschild omzoomt, is natuurlijk een bij uitstek christelijk symbool.

Gevelsteen Achter de Kerk
‘Per aspera ad astra’ is een mooie spreuk die tot veel gissingen heeft geleid over de herkomst ervan. Ten eerste is het een bijna letterlijke weergave van de sterren en de doornenkrans. Ten tweede stimuleert de spreuk de fantasie: over welk lijden of welke bitterheid wordt hier gesproken?
Ook over de doornenkrans is veel gespeculeerd. Geschiedkundigen brachten de krans bijvoorbeeld in verband met gravin Jacoba van Beieren (1401-1436) die zulke zware tijden doormaakte in Gouda. Zij zou een doornenkrans aan het wapen hebben gegeven ter nagedachtenis aan haar droeve lot. Anderen zagen de doornenkrans als het symbool van de tegenslagen die de stad zelf had doorgemaakt, zoals de grote stadsbranden van 1361 en 1438.

Het wapen op het Oudevrouwenhuis
De Goudse geschiedschrijver C.J. de Lange van Wijngaerden (1752-1820) noemde het verhaal over Jacoba van Beieren ‘verzonnen’ en beargumenteerde dat de doornenkrans een vergissing was. Oude tweesterrige stadszegels waren versierd met een gothische rand en dit had men, volgens hem, ten onrechte aangezien voor een doornenkrans. De doornenkrans komt pas voor het eerst voor op de zegels van 1616. Toen werd dergelijke decoratie niet meer zo begrepen en gotiek vond men maar barbaars.
Ook bij andere stadswapens zien we dat de afbeeldingen soms het resultaat zijn van een misverstand. In het geval van Gouda werd een versiering aangezien voor een doornenkrans en bij deze krans werd een passende wapenspreuk gezocht en gevonden.
In de zeventiende eeuw werden de leeuwen die het wapen vasthouden toegevoegd. Volgens De Lange van Wijngaerden “genomen naar de oude roode leeuwtjes, welke op de pui van het stadhuis het stadswapenschild voor hun hielden.”
Het wapen speelt nog steeds een prominente rol in het gezicht van van de stad. Het beeldmerk van de gemeente bestaat uit het wapenschild met de verticale balk en de zes sterren. De doornenkrans en het devies zijn weggelaten. Wel draagt het wapen een kroon en wordt het vastgehouden door twee leeuwen.