In 2001 schreef ik 'Wapenfeiten', een boekje over de stadswapens van een aantal Zuid-Hollandse steden. In het boekje staan ook wandelingen langs de stadswapens.
Het wapen van Gouda
Van keel, beladen met
eenen pal van zilver, en vergezeld, ter wederzijde van drie zespuntige sterren
van goud, staande in den zin van den pal. Het schild gedekt met eene kroon met
vijf fleurons, alles van goud, en omgeven van eene doornenkrans. Voorts
vastgehouden door twee klimmende Leeuwen in hunne natuurlijke verwen en onder
hetzelve het oude motto: 'Per aspera ad astra'.
Vlakbij de Sint-Janskerk stond in de Middeleeuwen de burcht
van het adellijke geslacht Van der Goude. De sterren die het stadswapen van
Gouda sieren, zijn dan ook afkomstig van het wapen van deze familie die in de
veertiende eeuw uit naam van de heersende graaf de heerlijke rechten over de
stad uitoefende. Jan van der Goude (1375-1411) voerde een wapen met een
horizontale balk, waarboven en onder de sterren waren geplaatst.
De stad gebruikte de sterren vanaf de veertiende eeuw op z’n
stadszegels. Eerst zijn het er twee, gescheiden door een paal, in de loop van
de vijftiende eeuw worden het er zes.
Het wapen van de stadspoort |
Op 24 juli 1816 ontving Gouda het wapendiploma van de Hoge
Raad van Adel. Op dit diploma staat het wapen beschreven zoals we het nu nog
steeds kennen: rood, met in het midden een zilveren paal, aan beide kanten van
de paal drie gouden sterren. Rondom het schild slingert een doornenkrans en op
het schild staat een grafelijke kroon. De leeuwen die het schild vasthouden, de
zogenaamde schildhouders, staan rechtop en kijken ons aan.
Bij het Goudse wapen hoort sinds 1617 een wapenspreuk: ‘Per
Aspera ad Astra’. De letterlijke Nederlandse vertaling hiervan luidt: ‘door
bitterheid tot de sterren’, maar vaak werd de spreuk in christelijke termen
vertaald als ‘door lijden tot heerlijkheid’. Een logische gedachtengang, want
de doornenkrans die het wapenschild omzoomt, is natuurlijk een bij uitstek
christelijk symbool.
Gevelsteen Achter de Kerk |
‘Per aspera ad astra’ is een mooie spreuk die tot veel
gissingen heeft geleid over de herkomst ervan. Ten eerste is het een bijna
letterlijke weergave van de sterren en de doornenkrans. Ten tweede stimuleert
de spreuk de fantasie: over welk lijden of welke bitterheid wordt hier
gesproken?
Ook over de doornenkrans is veel gespeculeerd.
Geschiedkundigen brachten de krans bijvoorbeeld in verband met gravin Jacoba
van Beieren (1401-1436) die zulke zware tijden doormaakte in Gouda. Zij zou een
doornenkrans aan het wapen hebben gegeven ter nagedachtenis aan haar droeve
lot. Anderen zagen de doornenkrans als het symbool van de tegenslagen die de
stad zelf had doorgemaakt, zoals de grote stadsbranden van 1361 en 1438.
Het wapen op het Oudevrouwenhuis |
De Goudse geschiedschrijver C.J. de Lange van Wijngaerden
(1752-1820) noemde het verhaal over Jacoba van Beieren ‘verzonnen’ en
beargumenteerde dat de doornenkrans een vergissing was. Oude tweesterrige
stadszegels waren versierd met een gothische rand en dit had men, volgens hem,
ten onrechte aangezien voor een doornenkrans. De doornenkrans komt pas voor het
eerst voor op de zegels van 1616. Toen werd dergelijke decoratie niet meer zo
begrepen en gotiek vond men maar barbaars.
Ook bij andere stadswapens zien we dat de afbeeldingen soms
het resultaat zijn van een misverstand. In het geval van Gouda werd een
versiering aangezien voor een doornenkrans en bij deze krans werd een passende
wapenspreuk gezocht en gevonden.
In de zeventiende eeuw werden de leeuwen die het wapen
vasthouden toegevoegd. Volgens De Lange van Wijngaerden “genomen naar de oude
roode leeuwtjes, welke op de pui van het stadhuis het stadswapenschild voor hun
hielden.”
Het wapen speelt nog steeds een prominente rol in het gezicht
van van de stad. Het beeldmerk van de gemeente bestaat uit het wapenschild met
de verticale balk en de zes sterren. De doornenkrans en het devies zijn
weggelaten. Wel draagt het wapen een kroon en wordt het vastgehouden door twee
leeuwen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten