11 mei 2015

FAMILIEKRONIEK - Schuitejager in Franeker

Mijn overgrootvader Enne Nieuwenhuis werd in 1863 geboren in Franeker, als zoon van Tiete Nieuwenhuis en Akke Dijkstra. Tiete was de zoon van een kooltjer, een akkerbouwer die zich toelegt op de teelt van tuinbouwproducten als uien, wortelen, aardappelen en natuurlijk kool. Akke was de dochter van de Franeker herbergier Nanne Dijkstra.
Tiete en Akke moeten blij zijn geweest met Enne, want in de jaren ervoor heeft Tiete twee keer aangifte moeten doen van een doodgeboren jongetje. In de aangifte in 1859 van het eerste levenloos geboren kind staat dat het kind ter wereld is gebracht in ‘de huizing wijk K.V. nummer Een e, alhier’. De gemeentearchivaris van Franeker vertelt me dat K.V. staat voor Kaatsveld en dat de straat tegenwoordig Oud Kaatsveld heet. Op de plek waar destijds huisnummer 1e stond is nu huisnummer 19 te vinden.
Na Enne bevalt Akke nog vijf keer, twee keer van levende kinderen, Nanning en Jaatje, en drie keer van levenloze kinderen. Bij de laatste twee aangiften staat weer een adres: de wijk T.N., huisnummer 61. Dit is nu Eise Eisingastraat 22.

Oud Kaatsveld
In mei 2012 gaan mijn zus en ik op zoek naar de twee huizen waar Tiete en Akke in ieder geval hebben gewoond. Het huis dat nu op Oud Kaatsveld 19 staat is gebouwd in de jaren dertig, maar op een oude ansichtkaart uit 1917 staat het oude huisje nog wel, in een rijtje met vrijwel identieke huisjes, allemaal twee verdiepingen hoog. Het rijtje bevindt zich net buiten het bolwerk dat het oude centrum omringt, in een wat mindere buurt, zoals de archivaris me heeft gezegd. Aan het eind van de straat lag de Harlinger Trekvaart, een belangrijke vaarroute tussen Harlingen en Leeuwarden.

Oud Kaatsveld
Schuitejager 
Als Tiete in mei 1859 trouwt met Akke is hij boerenknecht. In november van dat jaar, bij de aangifte van het eerste doodgeboren kind, is hij schuitejager ofwel scheepsjager. Een scheepsjager trekt tegen betaling schepen door de vaarten, met een paard of met de eigen spierkracht. Wat de jager verdient hangt af van de grootte van het schip en het gewicht van de lading. Het is geen beroep dat in hoog aanzien staat. De scheepsjagers wachten vaak in een café op hun klanten, iets wat gemakkelijk leidt tot overmatig drankgebruik. De schout van Uithoorn typeert hen als ‘een hoop volk dat over het algemeen behoort tot één der laagste en onordelijkste klassen der maatschappij zonder enige opvoeding of zeden.’ Er is dan ook een wet die het jagen onder invloed verbiedt. Tot 1879 hebben scheepsjagers een vergunning nodig om hun vak uit te oefenen. Veel verdient het niet, het is daarom heel goed mogelijk dat Tiete zich ook liet inhuren als boerenknecht.

Winkelier
In 1868 is Tiete ‘vischerman’, maar een jaar later heeft hij een stap omhoog gemaakt op de maatschappelijke ladder en is hij winkelier. Het gezin woont dan in het centrum van Franeker, in wijk T.N. op nummer 61. T.N. staat voor Ten Noorden van het centrum. De Eise Eisingastraat, zoals de straat nu heet, ligt binnen het bolwerk. Even verderop staat het beroemde planetarium van Eise Eisinga. Dit huis is drie verdiepingen hoog en is duidelijk ooit een winkelpand geweest. Ernaast, op nummer 21, zat het kantoor en de drukkerij van de Franeker Courant.

Eise Eisingastraat
Vischerman
Hoe lang Tiete en Akke een winkel hebben gehad, weet ik niet. In ieder geval is de stap omhoog in 1885 teniet gedaan. In dat jaar trouwt zijn oudste zoon Enne met Aaltje Schotanus uit Minnertsga en is Tiete, dan 51 jaar, opnieuw ‘vischerman’. Ook Enne is visser en ik stel me voor dat vader en zoon samen de wateren van noord Friesland hebben bevist.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten