17 mei 2015

FAMILIEKRONIEK - De boerderij op de Headyk

Mijn vader groeide op in Dronrijp, in een boerderij die eeuwenlang op de Headyk stond maar die in 1958 werd afgebroken. Na de dood van mijn vader in 2007 reed ik een paar keer naar de Headyk, op zoek naar de plaats waar de boerderij stond.

De boerderij begin jaren vijftig
It hússtee
Op 1 januari 2011 kom ik op de Headyk een oudere man tegen. In het Fries vraag ik hem of hij weet waar de boerderij van Hilverda heeft gestaan. Hij vertelt me dat hij nog maar 34 jaar in het dorp woont, maar dat hij een vogelaar is die de weilanden en akkers van haver tot gort kent. Daar, wijst hij, daarachter bij die keet is een dam en via die dam kom je op een akker waarin puin ligt. Iedere keer als er is geploegd, zijn de stenen weer omhoog gewerkt. “Ik noem dat stukje land ‘it hússtee’,” zegt hij, “omdat er een huis heeft gestaan.”
Langs een sloot lopen diepe sporen van trekkerwielen het weiland in. De sporen staan vol water. Het pad is afgesloten met een ijzeren hek. Tamme, zoals de man zich heeft voorgesteld, kijkt naar mijn schoenen die duidelijk niet waterdicht zijn. Zelf draagt hij laarzen. “Je kunt beter in de lente terugkomen. Het land is nu zo nat omdat de vorst nog in de grond zit. Het water kan niet weg.”
 
Hier stond de boerderij
Scherven
Meer dan een jaar later, in mei 2012, komt het er eindelijk van en lopen mijn zus en ik langs de sloot naar het stuk land waar ooit de boerderij stond. We zien meteen dat dit de plek is die Tamme it hússtee noemde.
De stenen barsten de kleigrond bijna uit, alsof ze zichzelf omhoog wringen, op zoek naar het daglicht. Kleine gele bakstenen, met een randje cement. Brokken rode vloerplavuizen met restanten donkergroen glazuur. Stukjes van de Friese tegels die achter de kachel de muur beschermden tegen hitte. Maar ook scherven van serviesgoed en voorraadpotten. Wit, delftsblauw, groen, grijs, roodbruin.

De stenen wringen zich naar boven
We lopen gebogen over de bouwgrond, zoeken tussen de brokken wit uitgeslagen kleigrond en verdorde resten van maïsplanten naar tastbare sporen van het verleden. Van de brokstukken proberen we in gedachten een keuken te bouwen, een woonkamer, een kast met delftsblauw serviesgoed, koffiekopjes, een kelder met voorraadpotten, stevige muren die de warmte van de koeienlijven en de geur van het hooi vasthouden.

Scherf van een tegeltje
Onze zakken zitten vol scherven en stukken steen, onze handen zijn wit van de klei, maar we kunnen niet stoppen. Tegelijkertijd weten we dat hoeveel stenen we ook oprapen, het zal nooit genoeg zijn om de verdwenen boerderij opnieuw te kunnen opbouwen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten