In de reeks blogs over mijn voormoeders die hun leven doorbrachten op een schip, sla ik even een zijpad in. Froukje van der Heide is geen rechtstreekse voormoeder, maar ze is de jongste dochter van mijn voormoeder Antje Jans, ofwel: een tante van mijn betovergrootmoeder Minke Wijkstra. Haar broers worden schipper, haar zussen trouwen met schippers, maar het leven van Froukje is minder fortuinlijk.
Froukje wordt in 1810 of 1811 geboren in Franeker, op het schip van haar ouders. Als ze
21 jaar is woont ze in Leeuwarden bij Arnoldus van der Heide
en Tietje Rienks Atsma. Het gezin woont op Weerklank 257. Weerklank is een
wijkje net buiten de Stadsgracht van Leeuwarden, even ten noorden van het
Noordvliet. Het bestaat uit een doolhof van kleine straatjes en veel
bedrijfjes: leerlooijerijen, pottenbakkerijen, branderijen, mouterijen en ga zo
maar door. Arnoldus van der Heide is pompmaker.
In 1839 woont ze als
dienstbode bij Hermanus Smeding en Helena
Aletta Siderius op de Voorstreek in Leeuwarden. Smeding is een vooraanstaande Leeuwarder. Hij is zilversmid
geweest en voogd van het Nieuwe Stads Weeshuis.
Bedelarij
In
1842 trouwt Froukje, die nog steeds dienstbode is, in Leeuwarden met Wybe of Wiebe Jongerhuis,
een arbeider uit Huizum. Ze krijgen drie kinderen: Pieter (1843), Antje (1845)
en Sybrandus (1847). Rond 1845 staat bij Froukje en Wiebe als beroep visscher. Het vissen levert klaarblijkelijk niet voldoende
op, want op 5 september 1848 staan Wiebe en Pieter voor bedelarij in het
rolboek van de arrondissementsrechtbank van Heerenveen. Op 27 september 1848
staat ook Froukje erin, eveneens voor bedelarij.
Strafkolonie De Ommerschans
Als ik huisgenoot R vertel over de
bedelarij vraagt hij: moesten ze naar Veenhuizen? Daar heb ik nog niet aan gedacht. Ik voer Froukjes naam in in de database van www.allekolonisten.nl en ja hoor, ze verschijnt meteen op mijn scherm.
Wiebe en Pieter worden op 15 september
1848 ingeschreven in strafkolonie De Ommerschans. Froukje met Antje en Sybren volgen bijna
drie weken later, op 5 oktober. Bij Wiebe staat dat hij 1.58 m. is. Zijn
aangezicht is klein, ook zijn neus, mond en kin staan omschreven als klein.
Zijn haar is blond, zijn ogen blauw. Froukje is 1.53 m. Haar aangezicht is plat
en breed, haar haar bruin en haar ogen lichtbruin. Haar mond is ordinair en haar
kin gewoon.
Waarschijnlijk worden ze ondergebracht
in het bedelaarsgesticht, een kazerneachtig gebouw waar mannen en vrouwen gescheiden
van elkaar wonen. Met hard werken kunnen de gevangenen hun vrijheid
terugverdienen. Ze ontginnen land en werken in de spinnerij, kleermakerij,
schoenmakerij, touwslagerij of manden- en klompenmakerij die er op het terrein
staan. Wiebe houdt het niet lang vol, hij sterft in januari 1849. Van beroep
kolonist staat er in de overlijdensakte. Hij wordt begraven op Begraafplaats Maatschappij van Weldadigheid
Ommerschans.
Weeshuis
Froukje en de kinderen worden na 4,5 jaar, op 16 april 1852, ontslagen uit de strafkolonie. Ze gaat terug naar
Leeuwarden. In het bevolkingsregister staat ze met haar drie kinderen
ingeschreven op het adres Oldehoofdster Kerkhof huis 394. Bij haar beroep staat
werkster.
Als ze in 1859 in Leeuwarden overlijdt,
komen de kinderen Pieter, Antje en Sybren terecht in het Nieuwe Stads Weeshuis
op het Groot Kerkhof. Pieter overlijdt er in juni 1861. Hij is zeventien jaar
en smidsknecht. Met de andere twee kinderen komt het goed. Antje trouwt op haar 35e in Leeuwarden met agent
Tjeerd Dolstra. Sybren wordt kleermakersknecht, later kleermaker en trouwt in
Opsterland met Feikjen van der Meulen.
Illustraties
- De tekening van De Ommerschans komt van: https://www.canonvannederland.nl/nl/overijssel/overijssel/ommerschans
- De foto van het Stadsweeshuis komt van: https://natuurmuseumfryslan.nl/geschiedenis
Meer informatie over strafkolonie De Ommerschans
- https://www.kolonienvanweldadigheid.eu/bezoek/de-ommerschans
- https://ommerschans.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten