De voorganger van de PvdA was de SDAP, de
Sociaal-Democratische Arbeiderspartij. Omdat mijn pake Johannes Nieuwenhuis in
zijn woonplaats Marssum vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw actief was in
deze partij, ging ik een paar jaar geleden in de archieven van het IISG op zoek
naar de geschiedenis van de SDAP-afdeling Marssum. Marssum is het eerste dorp wat je tegenkomt als je van Leeuwarden naar Harlingen rijdt.
De SDAP wordt opgericht in augustus 1894, maar het duurt even
voor de partij doorsijpelt in de vruchtbare Friese bodem van armoede en
opstand. In Marssum ontkiemt in 1904 het eerste zaadje.
Overleden afdeling
SDAP affiche uit 1919 |
In het archief van het IISG vind ik de correspondentie
die het Dagelijks Bestuur van de SDAP in Amsterdam ontving van de Marssumer
sociaal-democraten. Op 28 maart 1904 is in Marssum een afdeling opgericht die
zeven leden telt. Voorzitter is Kikstra, Van der Meulen is secretaris en De
Vries penningmeester.
Het jaar daarop ontvangt het Dagelijks Bestuur een
briefje uit Marssum: “Door deze bericht ik u dat de afdeeling Marsum van de
SDAP niet meer bestaat. Door vertrek van de voorzitter en het bedanken van een
paar leden is hij teniet gegaan. Namens de overleden afdeling, Van der Meulen,
secretaris.”
Het Dagelijks Bestuur laat het er niet bij zitten en
probeert het district Dokkum op te porren de oprichting van een afdeling in
Marssum te bevorderen. De heer Smidt van het district Dokkum antwoordt dat het
hem geen goed idee lijkt om met deze taak opgezadeld te worden “aangezien Marssum
zeker op 5 uur afstand van Dokkum ligt.” In 1905 worden afstanden gemeten in de
tijd die het kost om van het ene dorp naar het andere te lopen.
Afgezien van de afstand hoort Marssum helemaal niet bij het district Dokkum, maar bij Franeker, schrijft Smidt. Hij stelt voor dat Van der Heide in Engelum de taak op zich neemt. Van der Heide is provinciaal vertegenwoordiger en “bovendien komt Van der Heide daar nog al eens gauw, want het is onmiddellijk bij hem in de buurt.”
Een onverschillig
dorpje
Afgezien van de afstand hoort Marssum helemaal niet bij het district Dokkum, maar bij Franeker, schrijft Smidt. Hij stelt voor dat Van der Heide in Engelum de taak op zich neemt. Van der Heide is provinciaal vertegenwoordiger en “bovendien komt Van der Heide daar nog al eens gauw, want het is onmiddellijk bij hem in de buurt.”
Marssum rond 1904 |
Van der Heide schrijft het Dagelijks Bestuur op 28
augustus een briefje. “Marssum ligt op een half uur van Engelum,” begint hij
heel feitelijk om te vervolgen met een kenschets van het dorp en haar bewoners.
“Het is een onverschillig dorpje waar men echter goed stemt.” Ook noemt hij het
dorp half anarchistisch. Waarschijnlijk is de invloed van Domela Nieuwenhuis op
de Marssummers nog steeds groot en zien ze weinig in de ideeën van de SDAP om
de staat van binnenuit te hervormen. Van der Heide stelt voor eerst te kijken
of er in het dorp een geschikte flinke kracht is, die een middelpunt kan zijn
“anders is er niets te beginnen.”
Het lijkt erop dat die kracht een paar jaar later wordt
gevonden, want op 30 maart 1908 bestaat er weer een afdeling Marssum, nu met
tien leden. Op een roze velletje papier schrijft de secretaris het jaarverslag.
Hij verontschuldigt zich voor de geringe lengte, de afdeling is immers nog maar
net opgericht, na een openbare vergadering in maart. Achterop het roze velletje
schrijft hij de namen van de tien leden. Het bestuur bestaat uit S. Bekius,
J.L. Faber en J. Hiemstra.
Wordt vervolgd
Geen opmerkingen:
Een reactie posten