Naast de zuidelijke opening staan mannen met baretten schuin op hun hoofd, een rij medailles op hun revers. Naast de noordelijke staan zeven mannen die kleurige vaandels vasthouden. ‘The Kings Regiment 1685-2006‘ staat op een ervan. Halverwege de trappen liggen bloemenkransen gemaakt van plastic poppies. De klaprozen zijn, dankzij het gedicht ‘In Flander Fields’ van John McCrae, het symbool geworden van de Eerste Wereldoorlog.
‘In Flanders fields the poppies blow. Between the
crosses, row by row.’
Om vijf voor acht sluiten agenten de straat af. Vier mannen met bugels stellen zich op onder de poort, naast hen een doedelzakspeler in vol ornaat. Om precies acht uur spelen de blazers ‘The Last Post’ in de richting van het centrum van hun stad die totaal werd verwoest in het eerste jaar van de oorlog. De akoestiek van het gewelf is prachtig. Als de laatste klanken zijn weggestorven, stapt een man uit het publiek naar voren en declameert met luide stem de bekendste regels uit het gedicht ‘For the fallen‘ van Laurence Binyon:
‘They shall not grow old, as we grow old; age shall not weary them, nor years condemn. At the going down of the sun and in the morning.'
Na zijn woorden is er een minuut stilte, dan is de doedelzakspeler aan de beurt. Tegelijkertijd zet zich een stoet mannen in beweging om nieuwe kransen van poppies te leggen op de noordelijke trap. Ter afsluiting laten de blazers het ‘Reveille’ horen.Sinds 1929 speelt dit ritueel zich iedere dag af in Ieper. Iedere avond weer worden onder de Menenpoort om klokslag acht uur de Britse doden van de Great War herdacht.
De poort was meteen na de bouw (1927) omstreden. Hij heeft de vorm van een triomfboog en de Britse dichter Siegfried Sassoon die aan het front bij Ieper had gevochten, vond dit volkomen ongepast. Goed, de Menenpoort is misschien te groot, maar de duizenden namen op de muren maken veel indruk. Het ritueel van de Last Post is sober en wat mij betreft is het zeer gepast dat hier avond aan avond even gedacht wordt aan de doden van deze onvoorstelbare oorlog.
Om vijf voor acht sluiten agenten de straat af. Vier mannen met bugels stellen zich op onder de poort, naast hen een doedelzakspeler in vol ornaat. Om precies acht uur spelen de blazers ‘The Last Post’ in de richting van het centrum van hun stad die totaal werd verwoest in het eerste jaar van de oorlog. De akoestiek van het gewelf is prachtig. Als de laatste klanken zijn weggestorven, stapt een man uit het publiek naar voren en declameert met luide stem de bekendste regels uit het gedicht ‘For the fallen‘ van Laurence Binyon:
‘They shall not grow old, as we grow old; age shall not weary them, nor years condemn. At the going down of the sun and in the morning.'
Na zijn woorden is er een minuut stilte, dan is de doedelzakspeler aan de beurt. Tegelijkertijd zet zich een stoet mannen in beweging om nieuwe kransen van poppies te leggen op de noordelijke trap. Ter afsluiting laten de blazers het ‘Reveille’ horen.Sinds 1929 speelt dit ritueel zich iedere dag af in Ieper. Iedere avond weer worden onder de Menenpoort om klokslag acht uur de Britse doden van de Great War herdacht.
De poort was meteen na de bouw (1927) omstreden. Hij heeft de vorm van een triomfboog en de Britse dichter Siegfried Sassoon die aan het front bij Ieper had gevochten, vond dit volkomen ongepast. Goed, de Menenpoort is misschien te groot, maar de duizenden namen op de muren maken veel indruk. Het ritueel van de Last Post is sober en wat mij betreft is het zeer gepast dat hier avond aan avond even gedacht wordt aan de doden van deze onvoorstelbare oorlog.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten